Science to Share

Green on the Go

Blijkt Bio-asfalt Beter?

Door Rebecca Kuijpers

Misschien heb jij de laatste tijd ook een artikel voorbij zien komen over het gebruik van bio-asfalt in Nederland. Hier wordt op steeds meer plekken in Nederland mee geëxperimenteerd. Zo is in juni 2021 op de N987 tussen Siddeburen en Wagenborgen een 250 meter lang proefvak aangelegd met volledig plantaardig asfalt. Dit bio-asfalt wordt gezien als het asfalt van de toekomst, maar is dit wel zo? Projectdirecteur van NG-Infra, Jenne van der Velde, heeft er zijn vraagtekens bij: “Dit asfalt bevat dan minder ruwe olie, maar als het vaker onderhouden moet worden, is het snel toch vervuilender dan het huidige asfalt.”

Verschillen

Het grootste verschil tussen ‘normaal’ asfalt en bio-asfalt zit hem in de stoffen bitumen en lignine. In bio-asfalt wordt de plantaardige stof lignine gebruikt, die gebruikt kan worden als vervanger van bitumen, een bestandsdeel van asfalt dat geproduceerd wordt uit ruwe olie. Lignine komt in grote hoeveelheden vrij als restproduct bij onder andere het produceren van papier. Op dit moment wordt de lignine in de fabrieken gebruikt als verbrandingsstof. Op deze manier wordt het niet weggegooid. De laatste jaren wordt veel nagedacht over de strijd tegen klimaatverandering. Een onderdeel hiervan is rest- en afvalproducten zo goed mogelijk hergebruiken. Ook voor het restproduct lignine worden dus nieuwe

 toepassingen gezocht en gevonden, zoals bio-asfalt. Een keerzijde hiervan is natuurlijk dat er een alternatief verbrandingsproduct gezocht moet worden op het moment dat lignine op andere plekken ingezet wordt.

 

Testwegen

In 2015 werd voor het eerst een stukje weg gelegd met asfalt waar lignine in gebruikt is. Bij dit experiment werd een proefweg van 70 meter gelegd, waarbij in de toplaag de helft van het bitumen in het asfalt vervangen werd door lignine. In 2020 is in Vlissingen de eerste weg gelegd waarbij lignine in alle drie de lagen van het asfalt verwerkt was. Iedere laag van deze weg bestaat uit asfalt met lignine, gemengd met hergebruikt asfalt. Op de N987 is in juni 2021 zelfs een stuk volledig plantaardig asfalt aangelegd. Op deze stukken weg wordt nu onder meer door de universiteiten van Utrecht en Wageningen gemeten hoe vaak bio-asfalt onderhoud nodig heeft, hoe lang het meegaat en of het bestand is tegen verschillende weersomstandigheden.

Die testwegen zijn volgens Jenne van der Velde, de projectdirecteur van NG-Infra, hard nodig. NG-Infra is een samenwerkingsverband van de infrabeheerders in Nederland. Deze organisatie brengt onderzoek en praktijk samen om de infrastructuur van de toekomst te ontwikkelen. Hiertoe doen ze onderzoek naar verschillende aspecten van de infrastructuur en vervolgens kijken ze of dat in de praktijk ook uitvoerbaar is. Van der Velde vertelt dat deze testwegen een experiment zijn bij het onderzoek naar een duurzame infrastructuur. In Nederland is het wegonderhoud vrij ingewikkeld. Gemiddeld gaat de linkerrijstrook in Nederland ongeveer 17 jaar mee, maar de rechterrijstrook slechts 11 jaar. Dit komt doordat op de rechterrijstrook bijvoorbeeld veel meer zwaar verkeer rijdt, wat een zwaardere belasting op het asfalt vormt. Rijstroken in Nederland worden dus vaak niet op hetzelfde moment vervangen.

Niet praktisch

‘Als je een van de twee rijstroken vervangt door bio-asfalt, brengt dat natuurlijk allemaal praktische problemen met zich mee,’ aldus Van der Velde. ‘Je weet nooit op welke van de twee rijstroken een spoedreparatie plaats moet vinden en dus moet je dubbel zoveel materiaal en materieel klaar hebben staan. De ene voor een reparatie van gewoon asfalt en de ander voor een reparatie van bio-asfalt. Dat is dus weer helemaal niet duurzaam. Daarnaast hoeft het door de verschillende bestandsdelen van het asfalt niet zo te zijn dat de twee soorten überhaupt naast elkaar kúnnen liggen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je dan scheuren krijgt tussen de twee soorten asfalt.’ Zo benadrukt hij keer op keer dat een duurzamere samenstelling in het grote geheel niet duurzamer hoeft te betekenen.

Ook hele stukken weg in één keer vervangen zou volgens Van der Velde niet handig zijn. ‘Dan moet je perfect bruikbaar asfalt weggooien, dat is enorm zonde.’ Daar moet wel de kanttekening bij gemaakt worden dat we in Nederland eerder op alle wegen een andere asfaltsoort hebben gelegd, het kan dus wel.

Bovenop alle praktische problemen komt nog dat hoewel lignine wel de lijmfunctie van bitumen over kan nemen, het niet alle bestandsdelen van bitumen kan vervangen. Er is dus nog altijd aardolie nodig in bio-asfalt. Bij verschillende universiteiten is onderzoek gaande naar de vervanging van de andere bestandsdelen van bitumen. Daar wordt nu met het leggen van de N987 tussen Siddeburen en Wagenborgen ook echt mee geëxperimenteerd. Onderzoek zal in de toekomst uit moeten wijzen of lignine-asfalt echt duurzamer is dan ons huidige asfalt.    En wat denk jij? Rijden we over een paar jaar in onze elektrische auto’s op bio-asfalt?