Science to Share

Green on the Go

Kan groen vervoer voor iedereen toegankelijk zijn?

Groen vervoer is een belangrijk middel om klimaatverandering tegen te gaan. Begin september was het eerste elektrische binnenvaartschip van Nederland op het NOS-journaal. Daarnaast beginnen duurzaam rijdende vrachtwagens volgens Kijk-magazine in het dagelijks leven meer terrein te winnen, zoals blijkt uit het artikel van afgelopen april. Het opkomen van groen vervoer heeft een sociale impact op ons leven en het gebruik ervan is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Wanneer gebruiken wij groen vervoer? Welke methodes passen wetenschappers toe bij hun onderzoek naar dit vraagstuk? Wat waren de belangrijkste conclusies?

Wetenschappers Rachel Lee en Solomon Brown van de Universiteit van Sheffield in Engeland onderzochten de sociale impacts van het bezit van elektrische voertuigen. Zij gebruikten daarvoor het BEVI-model. BEVI staat voor Behaviour-based Electric Vehicle Grid Integration. Het model is in 2020 in Engeland ontwikkeld en probeert de acceptatie van elektrische voertuigen te simuleren. Voor de simulatie zijn in het model variabelen meegenomen, zoals de prijs van elektriciteit, automerken en de invloed van sociale media. Verder bevat het model een database van autobezitters die zijn geselecteerd uit de Nationale Reisenquête van het Verenigd Koninkrijk. Deze autobezitters rijden een herhaalde wekelijkse reeks van ritten. Het model koppelt autobezitters aan elkaar via een homofiele index. Dit houdt in dat mensen met gelijke interesses en meningen met elkaar worden verbonden. Vervolgens communiceren de autobezitters elke week onderling over de tevredenheid van hun elektrische auto’s.

Uit de resultaten van onderzoekers Lee en Brown bleek dat mensen die in een lagere sociaaleconomische klasse zitten veel minder snel een elektrische auto zullen kopen of gebruiken. Dr. Sanne Akerboom, docent Recht en Bestuur van de Energietransitie aan de Universiteit Utrecht, is het eens met deze conclusie. Zij wil dat alle mensen deelnemen aan de energietransitie. Sanne: “Iedereen moet zijn gedrag aanpassen [binnen klimaatverandering].” Wat zijn alternatieven voor mensen uit de lagere sociaaleconomische klasse, zodat zij toch kunnen meedoen aan de energietransitie? 

Een elektrische auto met zijn eigenaar, die de auto aan het opladen is met zelf opgewekte energie.

Een tweede model dat in de wetenschap wordt gebruikt, is UTAUT. Dit staat voor Unified Theory of Acceptance and Use of Technology. Het model is in 2003 ontwikkeld en wordt gebruikt om bij mensen de acceptatie van technologie te bestuderen. Het model probeert de voornemens van mensen te verklaren om bepaalde techniek te gebruiken. Daarnaast probeert het model een verklaring te vinden voor het daaropvolgende gebruiksgedrag. Er zijn vier belangrijke principes ingebouwd in het model, zoals prestatie-verwachting van de techniek en sociale invloed van medemensen. UTAUT werd bijvoorbeeld in een onderzoek uit 2007 toegepast om de opvattingen van mensen in Noord-Finland te onderzoeken ten aanzien van mobiele diensten en technologie.

Onderzoekers Riccardo Curtale, Feixiong Liao en Peter van der Waerden van de Technische Universiteit Eindhoven pasten UTAUT dit jaar toe bij hun onderzoek naar het gebruik van gedeelde elektrische auto’s in Nederland. Een gedeelde elektrische auto houdt in dat meerdere mensen één auto gebruiken en/of bezitten. Dat kan een bedrijfsauto zijn. Het delen van een elektrische auto kan een oplossing zijn voor de mensen uit de lagere sociaaleconomische klasse. Zij kunnen gezamenlijk een auto bezitten en zo toch deelnemen aan de energietransitie. De onderzoekers concludeerden dat Nederlanders de gedeelde elektrische auto steeds meer benutten. Sociale invloed speelt hierbij een sleutelrol. Andere factoren bleken persoonlijke houding en een angstloze ervaring met gedeelde elektrische auto’s. Een heel ander aspect kwam nog naar voren: door de coronapandemie zijn de Nederlanders meer bezig met hygiëne dan voorheen als ze een elektrische auto deelden. 

Een andere optie om te reizen zonder zelf een auto te bezitten is door gebruik te maken van het openbaar vervoer. In Nederland wordt het openbaar vervoer steeds groener. Dit geldt ook voor de landen om ons heen. In de provincie Utrecht rijden al redelijk wat elektrische bussen en op het Utrecht Science Park is in de afgelopen jaren een nieuwe tramlijn aangelegd. Deze tram rijdt ter vervanging van de vervuilende stadsbussen. Het doel is natuurlijk om mensen dit groene openbaar vervoer te laten gebruiken, maar hoe kun je voorspellen of mensen dit ook echt doen?

Een snelle elektrische trein. Dit is een voorbeeld van groen openbaar vervoer.

 

Drie wetenschappers van de Universiteit van Terengganu in Maleisië onderzochten deze vraag. In hun onderzoek pasten zij het Theory of Reasoned Action-model (TRA-model) toe. Dit model probeert de relatie tussen gedrag en houding bij mensen uit te leggen. Het wordt toegepast om te voorspellen hoe personen zich zullen gedragen op basis van hun reeds bestaande houding en gedragsintenties. Ook in dit model worden verschillende variabelen gebruikt, zoals sociale invloed en de ritprijs. De onderzoekers concludeerden dat prijs en servicekwaliteit belangrijke factoren zijn om de trein te pakken en de auto te laten staan. Een derde factor was de sociale invloed van familie en vrienden. Sanne Akerboom: “Toegankelijkheid van het groene openbaar vervoer is ook een belangrijke factor.” Deze factor was in het onderzoek niet meegenomen. “Kijk bijvoorbeeld naar de situatie in Amsterdam-Noord. Daar is de nieuwe Noord-Zuidlijn aangelegd waardoor buslijnen in dit stadsdeel werden geschrapt. De metro heeft niet bij alle inwoners een halte dichtbij huis gekregen. Hierdoor is de nieuwe metrolijn voor veel mensen minder goed te bereiken en kan niet iedereen er gebruik van maken.”

In de wetenschap zijn er dus drie modellen die kunnen worden gebruikt om onderzoek te doen naar de sociale impact en het gebruik van groen vervoer. Het BEVI-, UTAUT- en TRA-model zijn dit jaar door diverse wetenschappers toegepast. Of mensen groen vervoer gebruiken, hangt onder andere af van sociale invloed, persoonlijke houding en eerdere ervaringen. De sociaaleconomische klasse van mensen speelt tevens een factor. Uit de onderzoeken blijkt dat iedereen groen vervoer kan gebruiken; er zijn voldoende varianten. Het nemen van het groene openbaar vervoer hangt af van prijs, kwaliteit en toegankelijkheid. Sanne Akerboom zegt over zichzelf: “Ik gebruik zelf alleen maar openbaar vervoer. Het feit dat het vervoer groen is, is voor mij belangrijker dan de reiskosten.” Wellicht een stelling om zelf verder over na te denken. Gebruik je zelf wel eens groen (openbaar) vervoer?