Science to Share

Hoe klein kunnen we kijken?

Diabetesbehandeling met poep

Vandaag, 14 april, is het nationale poepdag. Dit is in het leven geroepen door de Maag Lever Darm Stichting om de belangrijke relatie tussen je poep en je gezondheid uit te leggen. Iedereen poept. En hoewel je misschien denkt dat het vieze bruine smurrie is, bevat het enorm waardevolle informatie over je gezondheid. In je poep zitten een hoop micro-organismen, zoals bacteriën. Deze zijn niet alleen maar slecht, zoals nog wel eens wordt gedacht, maar ze zijn juist levensbelangrijk! Bij veel ziektes is onbalans van deze bacteriën (een van) de oorzaken. Poeptransplantaties, met poep en dus bacteriën van gezonde mensen, kunnen zelfs heel waardevol zijn. Max Nieuwdorp werkt aan poeptransplantaties bij diabetes. Afgelopen oktober heeft hij samen met zijn collega’s een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat poep van gezonde mensen diabetes type 1 bij patiënten kan stabiliseren. Hierdoor hoeven deze patiënten minder insuline bij te spuiten wat het leven weer een stukje makkelijker kan maken. In dit artikel lees je meer over deze zeer bijzondere, nieuwe behandeling.

Diabetes type 1

Afbeelding 1: Zonder insuline wordt glucose niet opgenomen door je cellen en blijft het in je bloed

Bij diabetes type 1 worden de insuline-producerende cellen van de alvleesklier aangevallen door het eigen immuunsysteem. Hierdoor kan het lichaam zelf geen insuline meer aanmaken. Zonder insuline kan de glucose uit je bloed niet worden opgenomen in je cellen en blijft je bloedsuikerspiegel veel te hoog. Dit kan je ook zien in afbeelding 1. Een patiënt moet bij alles wat hij of zij eet uitrekenen hoeveel insuline hij of zij zelf nog extra in moet spuiten om de bloedsuikerspiegel in balans te houden. Want als dit te hoog of te laag wordt zal dit vervelende klachten geven zoals duizeligheid of misselijkheid en overgeven. Zoals je kan bedenken is het zeer ingrijpend op iemands leven om elke dag bij iedere maaltijd zo veel te moeten nadenken. Max heeft aan beide kanten van zijn familie veel mensen die lijden aan deze ziekte waardoor hij tijdens zijn studie geneeskunde al besloot dat hij hier graag meer over wilde weten en er onderzoek naar wilde doen.

 

Max legt uit dat voor hij zijn onderzoek begon al bekend was dat diabetes type 1 (net als veel andere auto-immuunziekten) waarschijnlijk ontstaat in de darmen. Dit komt omdat hier het immuunsysteem getraind word door alle bacteriën die hier veel aanwezig zijn. Deze bacteriën komen ook naar buiten in je poep. Zijn idee was om poeptransplantaties te gebruiken om de goede bacteriën die patiënten met diabetes missen, weer terug te krijgen via poep van de gezonde donor. Hiervoor wordt verse poep eerst gemengd met water en gefilterd zodat alleen de bacteriën nog aanwezig blijven. Dit mengsel wordt vervolgens met een spuit via een slangetje in de neus en door de maag rechtstreeks in de dunne darm gebracht, de spuit zie je in afbeelding 2.

Afbeelding 2: Spuit die wordt gebruikt bij een poeptransplantatie

Na de transplantatie kunnen de goede bacteriën ervoor zorgen dat het immuunsysteem minder agressief wordt tegen het eigen lichaam, omdat het immuunsysteem hierdoor anders wordt afgericht. Deze nieuwe therapie blijkt goed te werken. Patiënten die hiermee behandeld worden behouden de functie van insuline-producerende cellen in de alvleesklier. Dat is natuurlijk klinisch onderzocht, maar Max vertelt dat patiënten zelf daarnaast ook opmerkten dat ze minder vaak insuline bij hoefden te spuiten.

Nadeel

Poeptransplantaties worden momenteel al in de praktijk gebruikt voor het bestrijden van Clostridium difficile infecties. Deze bacterie reageert vaak niet op antibiotica die normaal gesproken de bacteriën zouden moeten doden. Een laatste redmiddel is dan een poeptransplantatie om de goede bacteriën van een donor weer de overhand te laten krijgen. Bij diabetes hangt echter nog een groot nadeel aan deze therapie. Hij werkt, maar moet wel elke 8 weken herhaald worden om effect te blijven zien. Op de lange termijn zal er daarom een andere manier gevonden moeten worden om de bacteriën in de darm te krijgen. Want een slangetje via je neus naar je darmen is niet echt een pretje, kan Max uit ervaring vertellen. Diabetes type 1 ontstaat vaak vroeg in je leven, ergens tussen het 8e en 30e levensjaar. Voor kinderen is een poeptransplantatie veel te ingrijpend en dit wordt daarom ook niet gedaan voordat iemand 18 jaar is. Voor een oplossing voor dit probleem denkt Max zelf aan de ontwikkeling van capsules waarin de goede bacteriën vervoerd kunnen worden naar je darmen. Het is hierbij heel belangrijk dat de bacteriën in de maag goed beschermd zijn, anders gaan ze dood, dat is namelijk één van de functies van je maag.

Toekomstdroom

Het onderzoek dat nu gepubliceerd is, was nog maar een eerste onderzoek met 20 patiënten. Volgens Max gaat het nog wel zeker 5-10 jaar duren voordat dit onderzoek vertaald is in een behandeling voor patiënten. Zijn ideale toekomstbeeld is dat over 5-10 jaar kinderen gescreend kunnen worden op hun kans om diabetes te ontwikkelen. Kinderen met een hoge kans hierop kunnen dan goed in de gaten gehouden worden en als de diabetes zich ontwikkelt, kan vroeg worden ingegrepen met de behandeling. Die behandeling zou idealiter heel persoonlijk zijn. De ontlasting moet dan gescreend worden om te kijken welke bacteriën specifiek ontbreken bij elke patiënt. Die specifieke bacteriën zouden dan in pilvorm ingebracht kunnen worden om de diabetes te remmen en de eigen insulineproductie zo veel mogelijk in stand te houden. Er moet nog veel gebeuren om dit te bereiken, maar zei Max: “Als we het kunnen in de wereld, dan kan het in Nederland.”

Het zal dus nog wel even duren, maar er is een goede stap gezet in de richting van een onderhoudsbehandeling voor diabetes type 1. Bij een onderzoek als deze komen veel dingen kijken, voornamelijk in de biologierichting. Max is hoogleraar inwendige geneeskunde, maar er komt ook veel microbiologie bij kijken en farmacie en immunologie. Met verschillende opleidingen kan je uiteindelijk dus op dezelfde plek terecht komen.